De Participatiewet heeft op meerdere vlakken de situatie voor mensen met een beperking verslechterd. Dat blijkt uit een evaluatie van de wet door het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). De inkomenspositie is verslechterd en bestaanszekerheid is afgenomen. En ook de kans op beschut werk (voorheen sociale werkvoorziening) is verminderd. Ieder(in) vindt dat het kabinet er nu niet langer omheen kan om ingrijpende verbetermaatregelen te nemen.

De Participatiewet heeft als doel een inclusieve arbeidsmarkt te creëren. De wet zou het voor werkgevers makkelijker moeten maken om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. Dat is niet of nauwelijks gelukt. Alleen voor jonggehandicapten, die voorheen onder de Wajong-regeling vielen, is de baankans iets gestegen. Maar hun inkomenspositie en bestaanszekerheid zijn verslechterd. De uitkering is lager, ze werken vaker in deeltijd of in een tijdelijke baan. Voor mensen die voorheen recht zouden hebben op werk in de sociale werkvoorziening is het beeld nog somberder. Na vier jaar heeft 39% (beschut) werk terwijl voorheen meer dan 55% na die tijd aan het werk was.

Besparingen

Het SCP noemt ook een aantal redenen waarom de Participatiewet niet of nauwelijks werkt.

Een probleem is de wijze van financiering. Gemeenten hebben de taak om mensen te begeleiden naar werk. Als ze geld op uitkeringen besparen dan mogen ze dat zelf houden. Dat leidt ertoe dat gemeenten hun inspanningen richten op de meest kansrijke groepen. Mensen met een beperking die veel begeleiding nodig hebben of niet in aanmerking komen voor een uitkering blijven dan aan de kant staan.

Een ander probleem is dat de regelingen nog steeds veel te complex zijn en dat een meerderheid van de werkgevers niet op de hoogte is van de instrumenten die kunnen worden ingezet. Zoals een proefplaatsing, jobcoach en no-riskpolis.

De conclusies van het SCP sluiten aan bij de standpunten die Ieder(in) al langer uitdraagt. Mensen met een beperking worden in de Participatiewet veel te veel beschouwd als doorsnee uitkeringsgerechtigden. Om ze perspectief op werk en bestaanszekerheid te bieden is het echter noodzakelijk om hun beperking te compenseren. Met een fatsoenlijke uitkering en op z’n minst minimumloon als ze naar vermogen werken.

Minimumloon

Ieder(in) heeft vandaag ook een brief naar de Kamer gestuurd met het oog op de behandeling van de begroting van Sociale Zaken en Werkgelegenheid volgende week. Daarin vragen we om het instellen van een inclusietoeslag voor mensen in de Participatiewet die naar vermogen werken.

Hierdoor kunnen ze minimaal het minimumloon verdienen. Verder willen we dat gemeenten mensen met een arbeidsbeperking meer en actiever wijzen op de mogelijkheid om gebruik te maken van onafhankelijke cliëntondersteuners. Die hen helpen bij het contact met de gemeente en werkgevers en bij het regelen van de juiste begeleiding. Mensen met een arbeidsbeperking staan er momenteel veel te veel alleen voor.

Tot slot wijzen we erop, dat de verslechtering die is opgetreden door invoering van de Participatiewet in strijd is met het VN-verdrag Handicap. Dit verdrag schrijft juist verbetering van de situatie voor mensen met een beperking voor. Met andere woorden: het kabinet heeft de plicht om structurele veranderingen door te voeren nu blijkt dat de Participatiewet niet naar behoren werkt.

De brief aan de Tweede Kamer en het SCP-rapport zijn hieronder te downloaden.

Brief begrotingsbehandeling SZW – pdf
Eindevaluatie SCP Participatiewet – pdf
Samenvatting Eindevaluatie SCP Participatiewet – pdf
Bijlage inclusietoeslag – LCR – pdf

Deel dit bericht

Meer nieuws over