Tijdens een recente online bijeenkomst, georganiseerd door Ieder(in), gingen mensen met verschillende achtergronden in gesprek met elkaar over inclusie in de PG-beweging (patiënten- en gehandicaptenbeweging). Dit deden zij onder leiding van Elif Borucu-Çalinalti. Als eerste kwam regisseur Gülay Orhan aan het woord. In 2016 heeft zij een voorlichtingsfilm gemaakt over jongeren met een beperking en een migratieachtergrond. Naar aanleiding van de film organiseerde ze 150 regiobijeenkomsten, waar ze met jongeren en hun gezinnen in gesprek ging over ondersteuningsbehoeften en inclusie.
Angst voor wat samenleving zal zeggen
Volgens Orhan kwam vrijwel niemand er vooraf voor uit een kind met een beperking te hebben. Schaamte speelt een grote rol hierin. ‘Sommige mensen durven hun kinderen niet naar school te sturen uit angst voor wat de samenleving zal zeggen.’ In sommige bevolkingsgroepen geloven mensen dat je vast iets fout in het leven hebt gedaan, en dat je als straf van God een gehandicapt kind hebt gekregen, aldus Orhan. Met haar voorlichtingsfilm over deze doelgroep pleitte zij er in 2016 al voor om hun weerbaarheid te vergroten en acceptatie te bevorderen. Het zal dan ook niemand verbazen dat Orhan vindt dat ouders van kinderen met een beperking moeten worden betrokken bij PG-organisaties.
Witte mannen en vrouwen
LHBTI’ers met een beperking of chronische aandoening lopen tegen heel andere dingen aan, zo blijkt uit het verhaal van Jacquie Davis. Hen identificeert zich als wit, queer, non-binair, trans, dik mens met een beperking. Davis is actief voor onder andere Feminists Against Ableism en GeenDorHout. In de ogen van Davis richten veel PG-organisaties zich grofweg op witte mannen en vrouwen met een specifieke beperking of aandoening. Ook bij organisaties die zich richten op de chronische aandoening ME, waar Jacquie aan lijdt, voelt hen zich niet gezien. ‘Ik ervaar meerdere, overlappende identiteiten die ik niet los van elkaar kan zien.’
Divers personeelsbestand en divers bestuur
Na het horen van de bijdragen van regisseur Gülay Orhan en activist Jacquie Davis dringt zich vanzelf de vraag op: wat kunnen belangenorganisaties doen om méér oog te hebben voor deze verschillende ervaringen van mensen met een beperking in Nederland? Een handreiking komt van Naomi Rajiv. Zij heeft zich beziggehouden met het inclusief maken van de studentenbelangenbehartiging, in haar functie als bestuurslid van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Rajiv stelde vragen als: waar missen we nog diversiteit? En: hoe kunnen we die opzoeken? De LSVb keek hierbij nadrukkelijk ook naar zichzelf en naar de medewerkers, en streefde naar een divers personeelsbestand en een divers bestuur.
Wie ontbreekt er in jouw organisatie?
Volgens Davis moeten organisaties kritisch naar zichzelf kijken. Ze moeten zich de vraag stellen: hoe zit het bij ons? Lopen er in onze organisatie mensen rond die verschillende groepen vertegenwoordigen? Eerst moet er intern iets veranderen, voordat er in de buitenwereld naar diversiteit wordt gezocht. Davis deed meer tips van de hand, bijvoorbeeld: focus niet op wie er wel zijn in je organisatie, maar wie er niet zijn. Zoek de kennis die ontbreekt. ‘Wie hoor je niet? Wie zie je niet? Als je bepaalde mensen niet hoort en niet ziet, betekent het dat jouw organisatie niets voor hen kan betekenen.’
Fouten zullen gemaakt worden
Verder adviseerde Davis om bewust te bepalen wie het podium krijgt. ‘Wie schuif je naar voren zodat ze gehoord worden? Zorg je ervoor dat mensen met meerdere identiteiten naar voren worden geschoven?’ Volgens hen vergt het streven naar meer diversiteit en inclusie wel veel van organisaties. ‘Er zullen fouten worden gemaakt. Het is niet erg dat er fouten worden gemaakt, belangrijk is hoe je ermee omgaat en of je ervan leert.’
Ieder(in) staat aan het begin
Tot slot reflecteerde bestuurslid Beer Boneschansker van Ieder(in) op de bijeenkomst. Hij constateerde dat Ieder(in) nog aan het begin staat van meer diversiteit, en een lerende organisatie is die vast ook fouten zal maken. Het doel van de bijeenkomst was wat Ieder(in) betreft om het onderwerp inclusie te verkennen, in de context van het lopende gesprek rondom legitimiteit en representativiteit van de PG-beweging. Daarin zijn de betrokkenen geslaagd. Het begin is er, evenals de wil om samen met het thema verder aan de slag te gaan.