Leerlingen van het speciaal basisonderwijs die instromen in het voortgezet speciaal onderwijs, (vso), hebben geen recht meer op een vergoeding in de vervoerskosten van en naar school. Tenzij het College van B&W vaststelt dat de leerling door zijn handicap niet of niet zelfstandig van en naar school kan reizen. Dit staat in de nieuwe modelverordening leerlingenvervoer van de VNG. Maar hoe stellen gemeenten vast of een leerling een handicap heeft of niet?

Leerlingen met een fysieke beperking, die in een rolstoel zitten, blijven in ieder geval in aanmerking komen voor leerlingenvervoer. Maar daarnaast zijn er bepaalde groepen leerlingen met een niet-zichtbare handicap, die het vso bezoeken en niet zelfstandig kunnen reizen. Te denken valt aan leerlingen met een autisme spectrum stoornis die erg prikkelgevoelig zijn en daarom niet zelfstandig kunnen reizen. Ieder(in) vreest dat deze groep leerlingen door de nieuwe modelverordening buiten de boot zullen vallen.

Handicap vaststellen in overleg met ouders

De laatste jaren zijn gemeenten steeds meer gaan bezuinigen op de uitgaven aan leerlingenvervoer. Het wordt lastiger om ervoor in aanmerking te komen of de regeling wordt minder ruim toegepast. Als gemeenten de verordening ruimer willen toepassen dan de vastgestelde modelverordening van de VNG, moeten ze de kosten hiervan zelf financieren. Ieder(in) vreest daarom dat gemeenten anders dan voorheen geen leerlingenvervoer meer toekennen aan bijvoorbeeld leerlingen met een niet-zichtbare handicap die naar het vso gaan. Terwijl ze hier wel recht op hebben. Ieder(in) waarschuwt gemeenten voor deze ontwikkeling en wil dat ze in overleg treden met de ouders van de leerling. Wel of niet zelfstandig kunnen reizen verschilt per leerling en is niet altijd afhankelijk van de handicap zelf.

Maak leerlingen in het vso verkeersvaardiger

Naast de discussie over welke leerlingen in aanmerking komen voor leerlingenvervoer, speelt ook de verkeersvaardigheid van instromers uit het speciaal basisonderwijs een belangrijke rol. Deze overgang is voor veel leerlingen een grote stap. Werden de leerlingen vaak eerst met busjes van en naar school vervoerd, nu moeten ze ineens zelfstandig van en naar school reizen. Deze kinderen zijn dus niet goed voorbereid op deze grote verandering. Ieder(in) vindt dat ze verkeersvaardiger gemaakt moeten worden om dit te kunnen. Het helpt hen zelfstandig te maken, zodat ze in de toekomst hun plek in de maatschappij kunnen innemen. (V)so-scholen zouden daarom meer geld moeten investeren in speciale programma’s om de verkeersvaardigheden van hun leerlingen te verbeteren.

Toename bezwaarprocedures

Ieder(in) verwacht een toename van het aantal gemeentelijke bezwaarprocedures als gemeenten zich voor de vaststelling van een handicap niet wenden tot de ouders van het kind. Ook constateert Ieder(in) dat gemeenten ouders niet goed voorlichten over de veranderingen in het leerlingenvervoer en dat dit ook kan zorgen voor een toename van het aantal bezwaarprocedures.

Modelverordening leerlingenvervoer

Met ingang van 1 augustus 2014 wordt passend onderwijs ingevoerd. De overheid adviseert gemeenten om parallel aan deze invoering ook de invoering te laten lopen van de nieuwe verordening leerlingenvervoer. Gemeenten kunnen hiervoor de modelverordening leerlingenvervoer van de VNG volgen of kiezen voor een overgangsperiode waarin de oude verordening nog geldt en dan een definitieve keuze maken voor het schooljaar 2015/2016.

Monitor leerlingenvervoer

De landelijke overheid wil zicht krijgen op het gebruik van leerlingenvervoer en heeft daarom een monitor uitgezet. In 2013 is een monitor gehouden en in 2015 volgt een tweede monitor. De monitor laat zien welke groepen kinderen gebruik maken van leerlingenvervoer en over welke afstanden wordt gereisd. Zo wordt het gebruik inzichtelijk gemaakt en ook de kosten die ermee gemoeid zijn.

Ieder(in) volgt de ontwikkelingen op de voet.

Meer over Vervoer
Meer over Onderwijs
Ga terug naar home

Deel dit bericht

Meer nieuws over