Mensen met een beperking snakken naar meer bestaanszekerheid en een arbeidsmarkt die veel beter toegankelijk voor hen is. Dit bleek tijdens drie ‘Stip op de horizon’-bijeenkomsten die de afgelopen anderhalf jaar hebben plaatsgevonden. In de bijeenkomsten vertelden mensen met een beperking vanuit hun eigen ervaring wat er nodig is om een echt inclusieve arbeidsmarkt te realiseren.

Ervaringen uitwisselen in een informele setting

Het idee voor de bijeenkomsten werd ooit geboren in een overleg tussen minister Hugo de Jonge (van VWS), staatssecretaris Tamara van Ark (van SZW) en Illya Soffer en Aline Molenaar namens de Alliantie VN-verdrag Handicap. Mensen met een arbeidsbeperking zouden vanuit hun eigen ervaring en kennis in gesprek gaan met beleidsmakers en -uitvoerders, zoals gemeenten en het UWV. De informele bijeenkomsten konden zo bijdragen aan de gedachtenvorming over het realiseren van een echt inclusieve arbeidsmarkt in de nabije toekomst.

Gebrek aan zekerheid

Inmiddels zijn er drie van deze ‘Stip op de horizon’-bijeenkomsten geweest. En wat in alle bijeenkomsten opviel, is dat er onder mensen met een beperking een sterke behoefte is aan bestaanszekerheid. En dat die zekerheid nu vaak ontbreekt. Vanwege gebrek aan (vast) werk, ontoereikend inkomen, onzekerheid over ondersteuning en teveel bureaucratie.

Huidige arbeidsmarkt en regelgeving te star

Mensen met een beperking willen graag meedoen op de arbeidsmarkt, Maar dat wil niet zeggen dat zij zich moeten aanpassen aan de huidige arbeidsmarkt want dat heeft tot nu toe niet gewerkt. Sterker nog, veel beperkingen die zij ervaren – zo bleek op de bijeenkomsten – worden veroorzaakt door de starheid van de huidige arbeidsmarkt en de starre regelgeving waar ze mee te maken hebben.

Ondersteuning moet voor iedereen toegankelijk zijn

Mensen met een beperking vinden daarom dat de arbeidsmarkt zelf moet veranderen; die moet breder, diverser en toegankelijker worden. De banenafspraak helpt daar maar ten dele bij, want die sluit ook veel mensen met een beperking buiten. Veel aanwezigen vonden dit niet passen bij een inclusieve arbeidsmarkt en wezen erop dat het begrip handicap in het VN-verdrag veel breder wordt omschreven. Men was het erover eens dat voor álle mensen met een beperking ondersteuning op maat beschikbaar moet zijn, wat nu helaas niet het geval is. Verder werd ook de noodzaak benadrukt om vroeg te beginnen met inclusie, middels inclusief onderwijs.

Heldere regels en goede hulp bij het aanvragen

Onderwerp van gesprek was ook de ingewikkeldheid van de regels waar zowel werkgevers als mensen met een beperking mee te maken hebben. Werkgevers hebben vaak per gemeente met andere regels te maken. Potentiële werknemers krijgen vaak niet de benodigde ondersteuning, omdat zij een nul-uren contract hebben of uitzendkracht zijn. Daarnaast hebben velen last van de complexe verrekeningssystematiek bij inkomen naast een uitkering. Mensen raken hierdoor in de schulden of worden ontmoedigd om de arbeidsmarkt op te gaan. Dus werd er gepleit voor heldere regels en goede hulp bij het aanvragen van ondersteuning en inkomensaanvulling.

Bestaanszekerheid ook bij flexibel werk

Op de huidige arbeidsmarkt werken veel mensen met tijdelijke of flexibele contracten of als ZZP’er. Men vond dat dit ook voordelen kan hebben voor mensen met een beperking, omdat het mogelijkheden biedt om het werk naar eigen behoefte in te delen. Maar daar moet dan wel tegenover staan dat ondersteuning ook beschikbaar is bij dit soort flexibele vormen van werk. Bovendien mag flexibiliteit in werk niet leiden tot inkomen onder het wettelijk minimumloon per maand als iemand door zijn of haar beperking niet méér kan werken.

Hieronder kun je een uitgebreid verslag van de bijeenkomsten downloaden:

Deel dit bericht