De Participatiewet is 24 juni in de Eerste Kamer behandeld en zal naar verwachting volgende week (1 juli) bij meerderheid worden aangenomen. Op 26 juni vergadert de Tweede Kamer verder over de gevolgen van de aanscherping van WWB-onderdelen en de Participatiewet. Op de agenda staat o.a. de aanpassing van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten. Ook de toetsing van de Participatiewet aan het VN-verdrag wordt besproken. Op beide onderwerpen heeft Ieder(in) gereageerd in een brief aan de Tweede Kamer.

Schattingsbesluit

Ieder(in) wil meer duidelijkheid in het Schattingsbesluit en het herkeuringstraject van alle Wajongers. In het nieuwe Schattingsbesluit is er een zeer strikte beoordeling op basis van werkvermogen op taakniveau en basale werknemersvaardigheden; beide zouden vanaf dan worden geïnventariseerd. Hiermee verdwijnt alle informatie over opgebouwde ervaring en kennis bij eerdere beoordelingen.

Objectiviteit, kwaliteit en uitvoerbaarheid komen hierdoor in het geding. Ieder(in) is bang dat mensen hierdoor onterecht arbeidsgeschikt worden verklaard en in de bijstand (Participatiewet) terecht komen. Ook de Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde (NVVG) en de Landelijke CliëntenRaad (LCR) zijn hier kritisch over.

Ieder(in) vraagt daarom om een proefperiode die inzicht geeft hoe dit nieuwe Schattingsbesluit uitpakt, gevolgd door een stevige evaluatie.

Individueel plan van aanpak

Om de kans op arbeidsparticipatie te vergroten, pleit Ieder(in) voor een individueel plan van aanpak, waarbij naast werk ook andere vormen van daginvulling worden meegewogen. De verbinding met de Wmo 2015 en Wlz is hiervoor cruciaal.

Ieder(in) dringt er op aan om in de proefperiode niet alleen de relatie met de baangaranties te leggen, maar ook de integrale verbinding met de opstelling en de uitvoering van een individueel participatieplan, waarbij de betrokkene in staat gesteld wordt om zoveel mogelijk eigen regie te voeren.

Toetsing Participatiewet aan VN-verdrag

Helaas antwoordt de Staatssecretaris over de toetsing van de Participatiewet aan het VN-verdrag al te gemakkelijk dat het, wel goed zit. Deze reactie op de motie van de Tweede Kamer roept bij Ieder(in) de vraag op of er vanuit de bewindslieden wel voldoende commitment en leiderschap zal worden getoond bij de implementatie van het VN-verdrag.
Ieder(in) benadrukt dat de regering de integrale verbinding van het VN-verdrag met de verschillende beleidsterreinen serieus dient te nemen, en dat de implementatie van het VN-verdrag de verantwoordelijkheid is van alle ministeries.

Deel dit bericht

Meer nieuws over