Minister Bussemaker van het ministerie van OCW zal inzetten op meer banen in het onderwijs, en een betere kwaliteit van het onderwijs. Van de €600 miljoen extra die in het najaarsakkoord is toegezegd, komt een deel terecht bij primair en voortgezet onderwijs, passend onderwijs en MBO. Dit staat onder meer in een brief die de minister recent aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. Ieder(in) vindt het een goede zaak dat er meer geld wordt geïnvesteerd in onderwijs, maar vindt dat er meer nodig is om passend onderwijs optimaal in te vullen op de langere termijn.

In haar brief geeft de minister onder meer aan dat ze extra conciërges en klassenassistenten in het onderwijs wil aanstellen en dat ze de kwaliteit van het onderwijs wil verbeteren door leraren beter en hoger te scholen. Bijvoorbeeld door de ICT-vaardigheden van leraren te bevorderen en startende leraren beter te begeleiden. Volgens de minister zal dit de werkdruk verminderen van leraren in het basis-, voortgezet- en middelbaar beroepsonderwijs.

Oproep aan minister

Ieder(in) vindt dat passend onderwijs pas goed wordt ingevuld als het basisprincipe in acht wordt genomen dat elk kind recht heeft op onderwijs. Onderwijs vormt namelijk de basis voor het ontwikkelen van kennis, vaardigheden en talenten en iedereen doet dat op zijn of haar niveau. Op die manier kunnen kinderen later mee doen in de samenleving. Daarom mogen kinderen met een extra ondersteuningsbehoefte niet worden uitgesloten van onderwijs.

Voor passend onderwijs komt een structureel bedrag beschikbaar van, €50 miljoen. Van dit geld wil Bussemaker onder meer de leraren gerichter kwalificeren, zodat ze beter kunnen omgaan met de verschillen tussen de kinderen in hun klas. Ieder(in) is hier blij mee, maar constateert tegelijkertijd dat er meer nodig is om passend onderwijs goed in te vullen dan leraren bij te scholen. Ieder(in) vindt een lange-termijn-visie op passend onderwijs noodzakelijk en nodigt de minister uit om hierover, met andere belangrijke partijen in het onderwijs, in gesprek te gaan.

Goed voorbeeld

In de praktijk is al bewezen dat kinderen met een ondersteuningsbehoefte zijn gebaat bij meer begeleiding buiten de klas door goed opgeleide specialisten. Bij voorkeur in aparte ruimtes. Als er bijvoorbeeld op een school vijf kinderen discalculie hebben, een rekenstoornis, kan een specialist deze kinderen in een apart groepje extra ondersteuning geven. Het liefst in een aparte ruimte. Nu zien we vaak dat er geen geschikte ruimtes zijn waar deze kinderen terecht kunnen en dat ze belanden in de gang. Dit is geen goede zaak. We weten dat de infrastructuur van bestaande scholen hiervoor vaak niet toereikend is, maar bij de bouw van nieuwe scholen zou hiermee wel rekening kunnen worden gehouden. Er zijn al scholen waar op deze manier wordt gewerkt. Een goed voorbeeld is KBS Mariëngaarde in Gorinchem. Een tijd geleden heeft de voormalige CG-Raad een filmpje gemaakt ¬¥Samen naar school, ja het kan¬¥ over hoe deze school hun onderwijs aan kinderen met een ondersteuningsbehoefte heeft ingevuld.

Meer over Onderwijs
Filmpje ‘Samen naar school, ja het kan’ KBS Mariëngaarde (u gaat naar Youtube)
Doet u ook mee aan de Week van passend onderwijs?

Deel dit bericht

Meer nieuws over