An begint haar verhaal heel poëtisch:
‚ Ik ben verliefd. Ik wil met hem zoenen, naar buiten, naar zee . Ik wil dat hij mij streelt, me soms tegenspreekt als dat nodig is of juist even niets zegt en zacht mijn hand vast houdt. Ik wil met hem trouwen. Ik wil samenleven, dag en nacht. Ik wil van ons samen een kindje .
En dan komt de ontnuchtering:
‚ In de praktijk is mijn verliefdheid een bedreiging voor alle hulp en compensatie die ik nu ontvang. Zodra wij samenwonen is mijn geliefde een, voorliggende voorziening. Wordt hij mijn harenwasser, rolstoelauto-chauffeur, huishoudelijke hulp, voorlezer, knopjesinduwer, logboekinvuller, eigen bijdragenverdubbelaar, subsidieverdwijner. Mag hij 30 uur per week telefoneren met bureaucratische instanties … Zich laten schofferen door bedrijven die handel drijven in de zorg .
An is om deze reden niet gaan samenwonen hoewel zij dat eigenlijk dolgraag zou willen.
Niet kunnen sparen voor de kinderen
Ook uit de andere reacties blijkt dat de liefde vaak duur wordt betaald.
, Mijn man betaalt voor mij een hoge eigen bijdrage Wet langdurige zorg. Ruim 700 euro per maand. Dit voelt heel ongelijkwaardig en zorgt ervoor dat we niet kunnen sparen voor de kinderen. Ik ben 36 en mijn man nog geen 40. Mijn lichamelijke handicap is blijvend en ik zal nooit zonder zorg kunnen.
Nooit naar het altaar kunnen
Bij Femke leiden de regels zelfs tot het afblazen van een huwelijk. Zij heeft een spierziekte en haar vriend Andrew heeft een vorm van autisme. Ze hebben beiden een Wajong-uitkering. Femke schrijft:
‚ We hadden afgelopen zomer een trouwdatum gepland, maar hebben de bruiloft moeten afblazen toen wij erachter kwamen dat met het officieel man-vrouw worden onze toeslagen zo ver weg zouden zakken dat wij ons hoofd niet meer boven water kunnen houden. We komen dan uit op bijstandsniveau. Dan zou de auto de deur uit moeten waardoor ik met mijn spierziekte weer minder deel zou kunnen nemen aan de maatschappij. Ik raak in dat geval mijn vrijheid kwijt, simpelweg omdat ik wil trouwen met de liefde van mijn leven.
Ze komt dan met de trieste constatering:
‚ Aangezien er in de toekomst in onze klachten en daarmee ook onze uitkering geen verbetering komt, hebben wij het vermoeden dat wij eeuwig verloofd zullen blijven en nooit de weg naar het altaar zullen lopen .
Onrechtvaardig
Op basis van de verhalen die we binnenkregen, kun je zeggen dat de regels voor mensen met een beperking soms onrechtvaardig uitpakken. De regels voor samenwonen en trouwen bij zorg, uitkeringen en eigen bijdragen zijn vaak bedacht vanuit het idee dat het om tijdelijke situaties gaat. Het is dan minder erg als je geen uitkering krijgt als je gaat samenwonen of dat je een tijd voor een zieke partner moet verzorgen of dat je enkele jaren een eigen bijdrage betaalt.
Als je levenslang een beperking hebt, is dat anders. Dan ben je vaak heel lang of zelfs blijvend op een uitkering aangewezen en heb je veel minder kans op een betaalde baan. Bovendien heb je altijd zorg en ondersteuning nodig en vaak brengt je aandoening ook nog allerlei extra kosten met zich mee. Dat is op zich al belastend voor een relatie. Als er dan ook nog sancties staan op samenwonen en trouwen wordt het wel erg moeilijk. Zulke regels pakken niet alleen onrechtvaardig uit – ze staan de liefde soms ook flink in de weg.