Dit jaar ontstond opnieuw discussie tussen Reni de Boer en de gemeente over de vraag of de hoogte van het persoonsgebonden budget (pgb) gebaseerd kon worden op tarieven voor kinderopvang buitenshuis. De gemeente vond dat kinderopvang buitenshuis de goedkoopste passende oplossing was. De hoogte van het pgb werd daarop afgestemd.
Kinderopvang biedt niet wat nodig is
De Boer tekende bezwaar aan. De kinderopvang vond ze geen passende oplossing, omdat ze zoveel mogelijk zelf betrokken wil zijn bij de opvoeding en verzorging van haar kind. Ze had de opvang van haar kind al voor een belangrijk deel geregeld via haar sociale netwerk, de crèche, een thuiswerkdag voor haar man en mantelzorg.
Het gezin vroeg hulp aan voor de uren waarvoor geen andere oplossing mogelijk was. Voor deze overgebleven uren wil ze ondersteuning thuis met een extra verzorger, waardoor ze in staat is zelf haar kind op te voeden. De kinderopvang buitenshuis biedt die mogelijkheid niet en is daarom geen passende maatwerkvoorziening voor haar situatie.
Maatwerk: ondersteuning thuis
Uiteindelijk krijgt De Boer op dit principiële punt gelijk van de gemeente. Na het behandelen van haar bezwaar beslist de gemeente dat ondersteuning bij het verzorgen en opvoeden van kinderen, een maatwerkvoorziening is op grond van de Wmo. Alle andere mogelijkheden moeten dan zijn benut, zoals mantelzorg of hulp uit het sociale netwerk.
Kinderopvang buitenshuis is in zo‚ n situatie onvoldoende en dus geen passende oplossing als ouders zo zelfstandig mogelijk hun kinderen willen verzorgen en opvoeden Het pgb moet dan worden afgestemd op de tarieven die gelden voor ondersteuning thuis.
Dit is een belangrijke uitkomst die voor een grotere groep ouders kan gelden. Het is weliswaar een uitkomst van een bezwaarprocedure bij de gemeente Utrecht. Dit is dus geen, bindende‚ landelijke uitspraak. Wel heeft het een belangrijke voorbeeldwerking voor andere gemeenten.