Bouwen is nu doorgaans een zaak van projectontwikkelaars, architecten, opdrachtgevers, financiers en gemeenten. Gebruikers zelf hebben weinig invloed op de bouw van woningen en gebouwen en op de inrichting van de openbare ruimte. Dat moet anders, zo vinden de drie consumentenpartijen. Bouwers moeten weten wat gebruikers willen en moeten dat als uitgangspunt nemen bij het ontwerpen en bouwen. Hierbij gaat het uiteraard ook om gebruikers met een beperking.
Inspraak
De drie partijen vinden, dat er op lokaal niveau duidelijke en verplichte inspraakmomenten moeten komen waarop gebruikers geraadpleegd worden. In de nieuwe Omgevingswet moet deze inspraak verankerd worden. Ook moet er meer gebruik gemaakt worden van de ervaringsdeskundigheid van gebruikers en hun organisaties. Die ervaringen zijn gebundeld in bijvoorbeeld het Handboek voor Toegankelijkheid, ontwikkeld door de CG-Raad – voorganger van Ieder(in) – en de Woonkwaliteitswijzer van VACpunt Wonen.
Aangepaste woningen
Het onderzoeksrapport sluit aan bij de maatschappelijke trend van langer zelfstandig wonen en leven. Daarvoor is goede woonruimte en een toegankelijke en veilige openbare ruimte essentieel. Verder moet rekening worden gehouden met een kleinere gezinssamenstelling en de groeiende behoefte aan levensloopbestendig wonen en aangepast wonen. Door de gebruiker bij het bouwen en verbouwen een sterkere positie te geven zullen gebouwen en woningen beter aansluiten op deze behoeften. Met als resultaat een goede toegankelijkheid, veiligheid en praktische bruikbaarheid van de gebouwde omgeving.