De Sociale Werkbedrijven moeten open blijven en een nieuwe rol krijgen, vindt de Sociaal-Economische Raad (SER). Dat zou een oplossing zijn voor het probleem dat gemeenten beschutte arbeidsplaatsen voor jonge mensen met een beperking maar nauwelijks gerealiseerd krijgen. Wat vindt CNV Jongeren hiervan?

‚ Die stelling vindt CNV Jongeren iets te kort door de bocht,‚ zegt Lianne Ketelaar, bestuurslid en voorzitter van de Werkgroep Participatie van de vakbond., Wij vinden het belangrijk dat de beschutte arbeidsplaatsen er alsnog zo snel mogelijk komen, omdat het gaat om echte banen in plaats van sociale werkvoorziening. Het moet normaal worden dat ook mensen met een beperking gewoon werken.

Maar ook CNV Jongeren ziet dat het met het realiseren van de beschutte werkplekken niet goed gaat. Afgelopen week werd bekend dat er pas 115 zijn – een fractie van de voor dit jaar afgesproken 3200., Jongeren worden nu de dupe. Ze vallen tussen wal en schip en zitten thuis.

Volwaardige banen

Mensen die al voor de invoering van de Participatiewet op 1 januari 2015 een plek hadden bij een Sociaal Werkbedrijf (SW) houden die. De sterfhuisconstructie die hiervoor is gekozen, blijft voor CNV Jongeren overeind, Het is belangrijk dat deze werkvoorziening behouden blijft voor de mensen die er nog altijd een zinvolle dagbesteding hebben, en om de kennis en expertise van de SW niet verloren te laten gaan. Maar de SW op de lange termijn weer een functie geven vinden wij geen goed idee. Onze voorkeur gaat uit naar een normale arbeidsplek voor jongeren. De kennis een expertise uit de SW kan daarbij helpen. We willen geen arbeidsplekken sluiten; eerst moeten er voldoende volwaardige plekken op de arbeidsmarkt bijkomen.

Moeten gemeenten nu gedwongen worden hun quotum te halen, zoals staatssecretaris Jetta Klijnsma overweegt? CNV Jongeren is er huiverig voor., Dan komt de focus nog meer op het halen van de cijfers te liggen en minder op de vraag wat de beste plek is voor iemand. Dat leidt tot slechte matches, contracten die niet verlengd worden en uitval. Uit onderzoek blijkt juist dat goede begeleiding belangrijk is om een arbeidsplaats duurzaam te realiseren. Er is volgens Lianne geen sprake van onwil, Gemeenten en bedrijven kennen de doelgroep vaak slecht en zijn bang voor het onbekende. Maar ik zie zeker vooruitgang. De wil is er, het heeft alleen wat meer tijd nodig.

De kern van het probleem is volgens Lianne dat er nog altijd te veel gepraat wordt óver mensen met een beperking in plaats van mét hen, en dat de arbeidsbeperking centraal staat in plaats van de kwaliteiten., De Participatiewet draait juist om kijken naar waar iemand goed in is en daarop maatwerk bieden. De wet kan alleen slagen als alle betrokken partijen er met die mindset mee aan de slag gaan.

Deel dit bericht

Meer nieuws over