In het verleden reageerden cliëntenorganisaties al vaker kritisch op het wetsvoorstel, om de volgende redenen:
- Zonder urenindicatie is de rechtspositie van cliënten onvoldoende gewaarborgd.
- Resultaatomschrijvingen als een ‘schoon en leefbaar huis’ blijven vaak vaag en algemeen.
- Cliënten worden geacht te onderhandelen over de hoeveelheid zorg, terwijl zij een ongelijke positie hebben ten opzichte van zorgaanbieders.
- De werkwijze geeft een prikkel aan gemeenten en zorgaanbieders om te sturen op minder zorg en ondersteuning. De invoering van resultaatgericht werken gaat dan ook vrijwel overal gepaard met bezuinigingen.
Gemeenten die resultaatgericht beschikken handelen in strijd met de wet
Ook de Centrale Raad van Beroep is kritisch en heeft gemeenten die resultaatgericht beschikten keer op keer teruggefloten. Het wetsvoorstel voorziet niet in voldoende borging van de rechtspositie van mensen die ondersteuning nodig hebben. Toch blijven sommige gemeenten deze werkwijze toepassen. Zelfs nu de staatssecretaris zijn grote twijfels heeft uitgesproken over het wetsvoorstel (in de voortgangsbrief Wmo aan de Tweede Kamer, 8 mei 2023). Deze gemeenten handelen in strijd met de wet: een onwerkelijke situatie in een tijd waarin volop aandacht is voor het belang van de menselijke maat.
Download hieronder de brief van de brede coalitie cliëntenorganisaties aan de Tweede Kamer met het pleidooi om het wetsvoorstel in te trekken.