Minister Blok (wonen) en staatssecretaris Van Rijn (zorg) stuurden begin juni een brief aan de Tweede Kamer over hun plannen voor de, transitieagenda langer zelfstandig wonen. Opvallend is dat bewoners nauwelijks betrokken worden. De agenda richt zich vrijwel uitsluitend op instituties, zoals woningcorporaties, gemeenten en zorgaanbieders.
Een slechte zaak: niet de instituties, maar de bewoners met een zorgbehoefte horen centraal te staan in het beleid. En cliënten-, ouderen- en huurdersorganisaties zouden betrokken moeten worden bij zowel het landelijke als regionale beleid.
Tekort aan aangepaste woningen
Er is nu al een tekort van 84.000 woningen voor mensen die zorg nodig hebben. Om aan de toekomstige vraag te voldoen zijn jaarlijks nog eens 45.000 extra woningen nodig. Het rijk zou heldere doelstellingen moeten hebben over de realisatie hiervan en verantwoordelijkheid moeten nemen voor op de resultaten. Blok en Van Rijn laten het nu volledig over aan gemeenten, corporaties en zorgaanbieders om op regionaal niveau afspraken te maken. Dat is volstrekt onvoldoende, vooral omdat die samenwerking niet vanzelfsprekend tot stand komt.
Kiezen waar en hoe je woont
Eerder al waarschuwde de Raad voor Leefomgeving en Infrastructuur (RLi) dat kwetsbare mensen de komende jaren in de knel kunnen komen, omdat betaalbare alternatieven voor thuis wonen met zorg nog maar beperkt beschikbaar zijn. Bovendien vraagt het VN-verdrag (artikel 19) om de woningvoorraad zoveel mogelijk geschikt te maken voor alle burgers. Zodat ook mensen met een beperking kunnen kiezen waar, hoe en met wie zij wonen.
In gesprek met Tweede Kamer
In september houdt de Tweede Kamer een rondetafelgesprek en een algemeen overleg over de transitieagenda langer zelfstandig wonen. De opstellers van de brief – Ieder(in), LOC Zeggenschap in zorg, en de ouderenorganisaties ANBO, CSO, FNV Senioren en de Woonbond – willen daar graag bij betrokken worden.