De CG-Raad is nagegaan waarom het kabinet van mening is dat ratificatie van het verdrag pas in juli 2015 gerealiseerd zal zijn. Een omvangrijk wetsontwerptraject en extra juridische en politieke verplichtingen spelen een rol.
Sneller
Desalniettemin vindt de CG-Raad dat ratificatie sneller kan. Ondanks de extra verplichtingen (zie hieronder) verwacht het ministerie van VWS voor de zomer van 2013 de noodzakelijke wetsontwerpen naar de Ministerraad te kunnen sturen. De parlementaire behandeling in de Tweede Kamer zal begin 2014 kunnen plaatsvinden. De CG-Raad gaat er vanuit dat dit snel en zonder problemen zal verlopen. In de Tweede Kamer is brede steun voor snelle ratificatie (motie Slob e.a.november 2012). Mede daarom acht de CG-Raad 1 januari 2015 als invoeringsdatum zeker haalbaar. En misschien, als alles mee zit, zelfs nog een half jaar eerder, op 1 juli 2014 (nieuwe wetgeving kan formeel alleen ingaan op 1 januari of 1 juli).
Omvangrijk traject
Het wetgevingstraject van een ratificatie is omvangrijker en langduriger dan het wetgevingstraject van een, gewone‚ wet. Voor een ratificatie moet het kabinet twee wetsontwerpen maken: een Goedkeuringswet en een Invoeringswet. Omdat het VN-verdrag op alle politieke terreinen effect heeft, zijn veel ministeries betrokken bij het wetsontwerptraject. Zij moeten allemaal tot overeenstemming komen. Bovendien moet de Goedkeuringswet etc ook beoordeeld worden door andere landen van het Koninkrijk, zoals Cura√ßao. Dat vraagt extra tijd.
Extra verplichtingen
Naast het gebruikelijke wetgevingstraject zijn er extra juridische en politieke verplichtingen waar het kabinet mee te maken heeft.
Naast de al uitgevoerde juridische impactanalyse (het zogenaamde SIM-rapport), wil het kabinet ook een financiële impactanalyse maken. Wat zijn de financiële gevolgen van het VN-verdrag, met name de uitbreiding van de Wet Gelijke Behandeling op grond van handicap en chronische ziekte, voor verschillende sectoren in Nederland? De Erasmus-universiteit voert momenteel deze financiële impactanalyse uit. Resultaten worden februari 2013 verwacht en worden opgenomen in de Memorie van Toelichting van de Invoeringswet.
Tegelijk met de Invoeringswet moet het kabinet nog twee andere wetswijzigingen doorvoeren, namelijk een wijziging van de WGBH/cz (uitbreiding met goederen en diensten) en een wijziging van de Kieswet (toegankelijkheid kieslokalen). Het gaat hier om een juridische verplichting die voortkomt uit het verdrag zelf.
Tot slot moeten er met het maatschappelijk middenveld consultatierondes gehouden worden over de implementatie van het verdrag (voorjaar 2013). De CG-Raad is hierbij vanaf het begin betrokken.