In de nota wordt verwezen naar de brieven van CG-Raad en naar het rapport van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten (HCHR)., De Raad is van mening dat in het licht van het VN-Verdrag het hebben van een (verstandelijke) handicap geen rechtsbasis is voor inbreuken op de autonomie en het zelfbeschikkingsrecht van een persoon en dat sprake is van verboden onderscheid‚, zo staat in de nota.
Gedrag bepalend
Niet de aandoening rechtvaardigt, dwang‚, maar het gedrag dat iemand als gevolg van zijn aandoening of beperking vertoont en het ernstige nadeel dat dit gedrag kan veroorzaken. De focus van het wetsvoorstel verschuift hierdoor van de beperking, naar het gedrag dat deze stoornis of beperking kan veroorzaken. Daardoor wordt recht gedaan aan de gelijkwaardigheid van alle mensen in de maatschappij. Zo wordt tegemoet gekomen aan het belangrijkste bezwaar dat CG-Raad tegen het wetsvoorstel had.
De staatssecretaris van VWS laat de Tweede Kamer in een begeleidende brief weten dat ze het van belang vindt, vooruitlopend op de bekrachtiging van het VN-Verdrag, het wetsvoorstel Zorg en Dwang af te stemmen op dat verdrag. Zij stelt, De interpretatie van de HCHR en de opmerkingen van zowel de CG-Raad als de Tweede Kamer geven echter aanleiding om deze visie (zoals verwoord in het oorspronkelijke wetsvoorstel) te nuanceren en het wetsvoorstel op dit punt aan te passen. Tegelijkertijd met deze nota naar aanleiding van het verslag wordt daarom een nota van wijziging ingediend, waarmee recht gedaan wordt aan de interpretatie van de HCHR van artikel 14 van het VN-Verdrag.
Verdere behandeling
De CG-Raad gaat de nu voorgestelde wijzigingen nauwkeurig bestuderen. Waar nodig zal nadere informatie aan de leden van de Tweede Kamer worden meegegeven voor de verdere behandeling van dit wetsvoorstel.